Vandaag ben ik officieel begonnen in mijn nieuwe rol. De eerste 100 dagen stonden vroeger in het teken van observeren, analyseren en pas daarna handelen. Maar die aanpak is inmiddels achterhaald. Tegenwoordig is het vanaf dag één sprinten en een marathon lopen.
Sprinten betekent: direct meedraaien in de operatie, urgente beslissingen nemen, resultaten boeken. Werken in de organisatie.
De marathon draait om de langere termijn: strategische vernieuwing, bouwen aan cultuur en de organisatie toekomstbestendig maken. Werken aan de organisatie.
Het uitdagende is dat deze twee ritmes de hele dag door elkaar heen lopen. De verleiding is groot om alleen brandjes te blussen en de toekomst uit het oog te verliezen.
Daarom kies ik bewust voor onder meer:
· Structurele ‘white space’ in mijn agenda
Niet om even bij te komen, maar om diep te denken. Zonder die ruimte neemt de urgentie het over van de essentie.
· Luisteren voorbij de woorden
De eerste weken zijn bedoeld om de onderstroom te begrijpen: hoe wordt er echt gewerkt, waar zit energie en waar juist ruis?
· Gerichte quick wins met symbolische waarde
Kleine ingrepen die niet alleen impact maken, maar ook laten zien waar je als leider voor staat. Dat creëert momentum en vertrouwen.
Een nieuw leiderschapstraject begint met een balans tussen leveren en bouwen. Tussen vandaag en morgen.
𝗛𝗼𝗲 𝘇𝗼𝗿𝗴 𝗷𝗶𝗷 𝗲𝗿𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗱𝗮𝘁 𝗷𝗲 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝗮𝗹𝗹𝗲𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻𝗱𝗮𝗮𝗴 𝗺𝗮𝗻𝗮𝗴𝗲𝘁, 𝗺𝗮𝗮𝗿 𝗼𝗼𝗸 𝗺𝗼𝗿𝗴𝗲𝗻 𝘃𝗼𝗿𝗺𝗴𝗲𝗲𝗳𝘁?