Wie goed kijkt naar leiders die impact maken, ziet dat ze hun werk serieus nemen, maar zichzelf een stuk minder. Ze hebben niet de behoefte om steeds het hoogste woord te voeren of overal het antwoord op te hebben.
Dat is belangrijk. Leiders die zichzelf niet te serieus nemen, geven anderen de ruimte om zich uit te spreken en bij te dragen. Ze laten zien dat het draait om ontwikkeling.
Door open te zijn over wat ze nog niet weten, maken ze de weg vrij voor eerlijke gesprekken en gezamenlijke vooruitgang.
Juist dat gedrag helpt om een cultuur te creëren waarin collega’s zich veilig voelen om nieuwe ideeën aan te dragen en vragen te stellen. Er ontstaat ruimte om te onderzoeken wat werkt en wat niet, zonder angst voor oordeel of gezichtsverlies. Die ruimte is essentieel om als team verder te komen.
Mensen werken liever samen met iemand die zichzelf niet te belangrijk maakt dan met iemand die koste wat kost zijn of haar imago probeert te beschermen.
Goed leiderschap draait niet om je eigen positie maar om het serieus nemen van de mensen om je heen.
Hoe stimuleer jij een cultuur waarin ruimte is voor zelfrelativering?