Tijdens mijn recente leiderschapsopleiding gold een simpele regel: als je een punt wilt maken, doe het in vier zinnen of minder. Lukte dat niet, dan mocht je het opnieuw proberen, maar dan in één zin.
Het is makkelijk om te blijven praten. Je wilt nu eenmaal volledig zijn, geen nuance missen, en je denkt dat meer uitleg je boodschap sterker maakt.
Maar het tegendeel is waar: hoe langer je spreekt, hoe vager je punt wordt. En belangrijker nog: je raakt je publiek kwijt. Hoe meer woorden, hoe minder verbinding.
We kennen allemaal deze mensen die hun publiek verliezen in een monoloog vol bijzinnen en zijsporen. En eerlijk is eerlijk: soms zijn we zelf die persoon. Het vraagt oefening om het bondig te houden.
Want kort zijn betekent keuzes maken, en keuzes maken betekent soms iets niet zeggen. Maar juist door ruimte te laten, nodig je de ander uit om te reageren.
De uitspraak van Blaise Pascal (1657) blijft treffend: βIk schreef je een lange brief, omdat ik geen tijd had voor een korte.β
Het kost tijd en aandacht om tot de kern te komen, maar het resultaat is het waard. Voor jezelf en voor de verbinding met je publiek.
ππ» ππ²πΉπΈπ² π΄π²ππ½πΏπ²πΈπΈπ²π» ππΌπ πΊπΆπ»π±π²πΏ ππ²π΄π΄π²π» π·ππΆππ πΊπ²π²πΏ πΈππ»π»π²π» π―π²ππ²πΈπ²π»π²π»?