Het klinkt simpel: stel een open vraag, zonder oordeel of verborgen agenda. Maar tijdens een recente leiderschapstraining ontdekte ik hoe lastig dat echt is.
In een rollenspel mocht je alleen neutrale vragen stellen. Zodra je, bewust of onbewust, toch oordelend overkwam – met woorden of lichaamstaal – kreeg je een gele kaart.
Ik kreeg er een paar. Niet door wat ik zei, maar omdat ik onbewust naar voren leunde. Mijn lichaam stuurde al, terwijl mijn vraag nog open leek. Een klein gebaar, met groot effect: de ander voelde toch druk, terwijl ik dacht neutraal te zijn.
Het zette me aan het denken hoe vaak we vragen stellen met een verborgen advies, oordeel of verwachting. Zelfs als we denken open te zijn, sluipt er vaak toch iets van sturen in, soms alleen al door onze houding of toon.
Echt neutrale vragen stellen is meer dan techniek. Het vraagt om oprechte nieuwsgierigheid en het lef om het gesprek te laten ontstaan zonder jouw sturing.
𝗛𝗼𝗲 𝘃𝗮𝗮𝗸 𝗯𝗲𝘃𝗮𝘁 𝗷𝗼𝘂𝘄 ‘𝗻𝗲𝘂𝘁𝗿𝗮𝗹𝗲 𝘃𝗿𝗮𝗮𝗴’ 𝗲𝗶𝗴𝗲𝗻𝗹𝗶𝗷𝗸 𝘁𝗼𝗰𝗵 𝗮𝗹 𝗲𝗲𝗻 𝗿𝗶𝗰𝗵𝘁𝗶𝗻𝗴?